flöff

Een magische mixbierdrank voor een magisch wezen.

Een legendarisch wezen leeft in de onontdekte diepten van de Beierse Alpen. De Flöff voelt zich het meest thuis tussen ruige rotsblokken, groenblijvende bossen en ruige natuur. Maar hij heeft een fatale zwakte: de geur van appels en kaneel kan de Flöff uit zijn schuilplaats lokken. De eerste die het wezen ziet, is meesterbrouwer Alois Dinkelsbühl. Op een nacht ving hij de Flöff in zijn brouwerij. Het harige monster stond op het punt een nieuw brouwsel van de brouwer te proeven. Dinkelsbühl was momenteel een nieuw festivalbier aan het ontwikkelen en had gekozen voor de verleidelijke ingrediënten kaneel en appels in het brouwsel. De fluiter kon de roep van de sirene niet weerstaan. Sindsdien is het wonderbaarlijke mythische wezen keer op keer gespot. Kerst en kerstmarkten zijn plaatsen die hem op magische wijze aantrekken.

Als eerbetoon aan de vriendelijke Flöff en zijn liefde voor kaneel en appels droeg brouwer Alois Dinkelsbühl een winterbier aan hem op en vernoemde het naar hem.

Als de temperatuur goed is, ruikt en smaakt het bier hemels naar gebakken appels, vanille, romige karamel en kaneel. In tegenstelling tot de meeste bieren wordt Flöff niet gekoeld gedronken, maar vóór consumptie opgewarmd tot ruim 60 tot 70 graden. Door de warmte komen de volle smaken van het winterbier heerlijk naar voren. Maar pas op, de drank mag niet te heet worden, anders verbrand je je tong en gaat alle alcohol verloren. En dat wil eigenlijk niemand!